Aangifteformulier van overlijden

Periode 

Het registreren van doodsoorzaken werd in alle steden en gemeenten officieel verplicht vanaf 1851. Dit gebeurde zowel op aangifteformulieren van overlijden, als in doodsoorzakenregisters

Bewaarplaats

Aangifteformulieren van overlijden kunnen teruggevonden worden in rijks-, stads- of gemeentearchieven, binnen de archieven van de burgerlijke stand. 

In veel steden en gemeenten zijn de aangifteformulieren enkel fragmentarisch bewaard. Het merendeel van de aangifteformulieren werd bovendien vernietigd omwille van de medische privacy. Aangifteformulieren die wel bewaard bleven, zijn dus eerder uitzonderlijk (zie overzicht van SOS Antwerpen en sectie 'Tips'). 

Raadplegen 

De aangifteformulieren van overlijden kunnen voor genealogisch onderzoek geraadpleegd worden. Neem contact op met de lokale archiefdienst om na te gaan of er aangifteformulieren van overlijden bewaard bleven. 

Gegevens 

Sinds 1851 diende bij een overlijden een aangifteformulier van overlijden worden opgesteld. Wanneer iemand overleed, kwam een arts ter plaatse om het overlijden te constateren en bevestigen. Hij stelde een aangifteformulier op dat als basis diende voor de overlijdensakte en het doodsoorzakenregister

Er waren zowel Frans- als Nederlandstalige voorgedrukte formulieren van de aangifteformulieren van overlijden in omloop. Daarnaast werden ook losse, onbeschreven briefjes gebruikt, waarop de arts of lijkschouwer de doodsoorzaak noteerde. 

De voorgedrukte formulieren vermelden de naam, voornaam, voorname ziekte, voorafgegane ziekte, oorzaak en duur van de ziekte, beroep van de overledene, enkele aanmerkingen, de dagtekening van de verklaring en de naam van de aangever. Regelmatig werd ten aanzien van de doodsoorzaak slechts een van de velden ingevuld. De gebruikte losse, onbeschreven briefjes zijn vaak nog summierder. 

Vanaf 1867 werd elke doodsoorzaak gelinkt aan een code uit een doodsoorzakennomenclatuur. Op die manier wilde men enerzijds de medische privacy garanderen en anderzijds de wildgroei aan doodsoorzaken beperken. De doodsoorzakennomenclatuur bevatte 116 ziekteverschijnselen die werden opgedeeld in vier categorieën: 

  • Natuurlijke doodsoorzaken zoals doodgeboorte en ouderdom 
  • Gewelddadige en accidentele overlijdens 
  • Overlijdens door ziekte 
  • Overlijdens door ongekende oorzaak 

Omwille van de beperkte medische kennis en diagnosetechnieken bevatten de negentiende-eeuwse aangifteformulieren van overlijden veel vage en ongekende doodsoorzaken. De kwaliteit van de registratie verbeterde na 1910, wanneer een nieuwe, meer gedetailleerde doodsoorzakennomenclatuur in gebruik werd genomen. 

Let op 

  • Het opmaken van aangifteformulieren van overlijden gebeurde niet overal even secuur of op dezelfde wijze. Er zijn dus grote verschillen in de kwaliteit van de aangifteformulieren per gemeente of stad. 
  • De voor- en familienamen die werden gehanteerd in de aangifteformulieren wijken soms licht af van de officiële namen in de overlijdensakte. 

Tips 

  • De website van S.O.S. Antwerpen (Sociale Ongelijkheid in Sterfte) biedt voor Vlaanderen een overzicht per provincie en per archiefinstelling van aangifteformulieren van overlijden die bewaard bleven. 
  • Ook op genealogisch kennisplatform yory.nl vind je een overzicht van gemeentes en steden in zowel Vlaanderen als Nederland waarvoor archiefstukken m.b.t. doodsoorzaken zijn bewaard. Opgepast: dit zijn niet altijd nominatieve bronnen, maar soms louter statistieken. Je vindt er dus niet altijd de namen van jouw voorouders in terug. 
  • Meer weten?

    • Vanaf 1867 werd elke doodsoorzaak gelinkt aan een code uit de doodsoorzakennomenclatuur. Neem daarom zeker eens een kijkje in volgend overzicht: doodsoorzakennomenclatuur van 1867 en van 1903.
    • Devos, Isabelle. Allemaal beestjes: mortaliteit en morbiditeit in Vlaanderen, 18de-20ste eeuw. Historische economie en ecologie. Gent: Academia Press, 2006. 
    • Velle, Karel. “Statistiek en sociale politiek: de medische statistiek en het gezondheidsbeleid in België in de 19de eeuw”, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, XVI, 1985, nr. 1-2, pp. 213-242. (De pdf kan je hier terugvinden.) 
    • Ook in de bevolkingsregisters moest tussen 1866 en 1900 de doodsoorzaak in het vak “Vertrek uit de gemeente” worden aangetekend, maar dit gebeurde niet altijd en vaak ook niet consequent. Met name in de Noorderkempen vind je nog vaak doodsoorzaken in de bevolkingsregisters.
    • Meer informatie over de doodsoorzaken die in de bevolkingsregisters worden vermeld, kan je terugvinden in deze bijdrage van Familiekunde Brussel (in: Vlaamse Stam: Tijdschrift voor familiegeschiedenis, 21,1985, nr. 7-8, 308-315).

Auteur: Indie van Lieshout

Welk verhaal heeft jouw familie te vertellen?

Ga op zoek naar jouw familiegeschiedenis aan de hand van ons stappenplan
en ontdek de spannende verhalen van jouw voorouders.

Download hier onze toolkit!